-
1 terugroepen
2 [als antwoord roepen] call back/in return♦voorbeelden:een gezant terugroepen • recall an ambassadornaar huis terugroepen • call home2 ‘houd je mond’, riep de agent terug • ‘shut up’, the policeman shouted in return -
2 terugfluiten
2 [met een fluitje terugroepen] whistle back♦voorbeelden:1 de voltallige Tweede Kamer heeft de minister teruggefloten • the full House blew the whistle on the minister -
3 terugbellen
-
4 beleggen
1 [geldwezen] invest♦voorbeelden:1 kapitaal/winst opnieuw beleggen • reinvest capital, plough back profitsin effecten beleggen • invest in stocks and sharesII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [bedekken] cover ⇒ fill, put meat 〈enz.〉 on 〈 boterham〉, trim 〈 japon〉, overlay 〈 fineerhout, goud〉♦voorbeelden:2 belegde broodjes • (ham/cheese etc.) rolls -
5 herinnering
2 [vermogen tot herinneren, geheugen] memory5 [datgene waarmee iemand herinnerd wordt] reminder♦voorbeelden:1 iets in herinnering brengen • recall something, call something to mind3 droevige/gelukkige herinneringen hebben aan zijn jeugd • have sad/happy memories of one's youthoude herinneringen ophalen • reminisceik heb van/aan die gebeurtenis geen enkele herinnering • I haven't the slightest recollection of the eventde herinnering leeft voort • memory lingers onherinneringen oproepen aan/van • bring back memories of, call to mindhij zal in de herinnering blijven voortleven • he will live on in memoryter herinnering aan • in memory of4 als een herinnering aan ons/Amsterdam • as a reminder of us/a souvenir of Amsterdam -
6 terughalen
-
7 arm
arm1〈de〉1 [ledemaat] arm3 [ledemaat bij dieren] paw4 [leuning van een zitmeubel] arm♦voorbeelden:1 een gebroken arm • a broken/fractured armgespierde armen • muscular arms〈 figuurlijk〉 met open armen ontvangen • receive/welcome with open armshij sloeg zijn armen om haar heen • he threw his arms around herzijn arm uit de kom trekken • put one's shoulder outzij liepen arm in arm • they walked arm in arm〈 figuurlijk〉 iemand in de arm nemen • call in someone 〈 bijvoorbeeld politie〉; consult someone 〈advocaat/arts〉; engage someone————————arm21 [behoeftig, bezitloos] poor♦voorbeelden:ik ben er twintig gulden armer op geworden • it set me back twenty guildershet arm hebben • be badly offarm worden • be reduced to povertyde armen en de rijken • the rich and the poor4 het arme schaap • the poor thing/soul -
8 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
9 herinneringen oproepen aan/van
herinneringen oproepen aan/vanbring back memories of, call to mindVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > herinneringen oproepen aan/van
См. также в других словарях:
call-back — n. 1. a return call, especially a telephone call. [WordNet 1.5] 2. the recall of an employee to work after a layoff. [WordNet 1.5] … The Collaborative International Dictionary of English
call|back — «KL BAK», noun. U.S. 1. a summoning back of furloughed workers: »... large scale callbacks…have bolstered the employment picture (Wall Street Journal). 2. a second, or an additional, meeting with a customer or client: »It takes four or five… … Useful english dictionary
call back — index annul, disavow, recommit, renege, rescind, resurrect Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
call back — verb 1. cause to be returned (Freq. 1) recall the defective auto tires The manufacturer tried to call back the spoilt yoghurt • Syn: ↑recall, ↑call in, ↑withdraw • Derivationally related forms: ↑ … Useful english dictionary
call back — phrasal verb Word forms call back : present tense I/you/we/they call back he/she/it calls back present participle calling back past tense called back past participle called back 1) call someone back [intransitive/transitive] to telephone someone… … English dictionary
call-back — noun 1. a return call (Freq. 1) • Derivationally related forms: ↑call back • Hypernyms: ↑call, ↑phone call, ↑telephone call 2. the recall of an employee after a layoff • … Useful english dictionary
call back — Ⅰ. UK US call back Phrasal Verb with call({{}}/kɔːl/ verb ► [I] to return to a place in order to see someone or collect something: »She said she d call back later to pick up the report. Ⅱ. UK US call (sb) back Phrasal Verb with … Financial and business terms
call back — PHRASAL VERB If you call someone back, you telephone them again or in return for a telephone call that they have made to you. [V n P] If we re not around she ll take a message and we ll call you back... [V P] If you want further advice, you can… … English dictionary
Call Back — Callback Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Callback ou call back peut être : une fonction de rappel, une structure en programmation informatique ; le web call back, un service… … Wikipédia en Français
Call back — Callback Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Callback ou call back peut être : une fonction de rappel, une structure en programmation informatique ; le web call back, un service… … Wikipédia en Français
Call Back — This is a list provided by judges before another series in an event, indicating who is going to be invited back for participation in the neck round. The people that do not make the call back list have for some reason been disqualified … Hunting glossary